Uncategorized
Lindebloesem: ruiken, zien, plukken en hoe je het kan gebruiken
Lindebloesem (Hollandse linde, cultuurvariëteit Tilia europaea ‘Pallida’)
Henri Viottakade, Amsterdam, 23 juni 2021
Sinds woensdag ruikt het in de hele stad naar lindebloesem een goed moment voor een nieuwsbrief met Lindebloesem-recepten. Een andere goeie reden om jullie te schrijven is dat we weer veilig met meer dan 4 mensen op pad kunnen!
De Linde
Van oudsher een boom waar mensen graag onder zitten, Unter den Linden. Vanwege de hartvorm van het blad wordt hij gezien als een romantisch symbool.
Niet alleen het blad maar de hele boom heeft de vorm van een hart: vanaf een afstand een omgekeerd hart. In Noord West Europa komt de winterlinde, Tilia cordata (corda betekent hart), van oudsher veel voor.
Uit stuifmeelonderzoek van aardlagen blijkt dat 10.000 jaar geleden het zelfs de dominante soort was in de voedselrijke Nederlandse bossen.
Ik denk dat het een plant is uit de signatuurleer, de theorie dat het uiterlijk van een plant een aanwijzing is voor het lichaamsdeel waar het een geneeskrachtig werking op heeft. Van lindebloesemthee wordt gezegd dat het goed is voor je hart. De thee remt hoest, keelpijn en ontsteking van de luchtwegen. En het is diuretisch en daardoor bloeddrukverlagend, dus goed voor je hart.
Recept
Tip voor bomenliefhebbers
Kom je een onbekende boom tegen in Amsterdam waarvan je de naam wilt weten, dan kan je die heel makkelijk vinden op de bomensite van de Gemeente Amsterdam. Iedere boom staat vermeld, compleet met soortnaam, plantjaar, hoogte, beheerder en met eigen uniek boomnummer. Echt geweldig!
Webinar Medicinale Planten
Afgelopen dinsdag, 22 juni 2021, hield ik een webinar, georganiseerd door GroeneBuurten, over medicinale planten. Een onderwerp dat met Eten uit de Natuur te maken heeft, maar waar ik meestal weinig aandacht aan besteed. Meestal ligt mijn nadruk op eetbaarheid en herkenning van wilde plantensoorten.
Naast dat groentes – zowel gekweekte als wilde eetbare planten – gezond zijn omdat ze vitamines, mineralen en vezels bevatten, hebben sommigen nog een specifiek effect. Dieren weten dit goed en maken er dan ook gebruik van. Zoals de wolapen in de Apeneheul, die na een ruzie de kalmerende kamille en kattekruid gaan eten.
Kijk het webinar terug op het YouTube kanaal van GroeneBuurten.
Binnenkort natuurlijk ook te terug te zien op het YouTube kanaal van Eten uit de Natuur.
Nieuwe filmpjes
In de afgelopen maanden hebben Eveline van Dijck (YOY media) en ik weer 4 nieuwe eetbare-plantenfilmpjes gemaakt. Met in de hoofdrol de iep, de winterpostelein, de paardenbloem en hertshoornweegbree.
Door het strooizout in de winter, vind je deze laatste plant steeds meer in de stad, want het is een zoutminnende soort. Hij nestelt zich vaak in de spleten van stoeptegels en hoort daarmee tot de door Willemien Troelstra geïntroduceerde categorie Stoeptegelspleetplant. Hij kan goed overleven tussen de stoeptegels. Maar minstens net zo goed in de perken, zoals te zien is in het filmpje. Daar heeft hij weliswaar meer concurrentie maar hij past zich aan door in de hoogte te groeien. Kijk maar!
Gisteravond vond ik een mooi exemplaar tussen de tegels tijdens het Botanisch Stoepkrijten van de Hortus, op de westhoek van de Hortusbrug. Zie de foto hierboven.
Er zijn nu 24 Eten uit de Natuurfilmpjes, te zien op het YouTube kanaal van Eten uit de Natuur.
Ga je met mij mee op een wandeling?
Op zaterdag 2 juli van 10:00-12:30 is er weer een Eten-uit-de-Natuur- rondleiding met proeverij langs het Amsterdam Rijnkanaal.
Verzamelen:
Ingang van Camping Zeeburg, Zuider IJdijk 20, Amsterdam.
Aanmelden:
etenuitdenatuur@gmail.com
€ 10 pp
Plantenjacht, natuur en tuinen in en om de stad
Kleine veldkers (Cardamine hirsuta), Diemerpark, 2 januari 2021
Na een paar heerlijke maanden met mijn nieuwe lief, is het tijd voor een nieuwe nieuwsbrief😊.
Op de eerste dag van 2021 vonden wij tot ons grote plezier 23 soorten bloeiende wilde planten op onze wandeling langs de Amstel. De tweede dag 12 in het net gemaaide Diemerpark. Verrassend genoeg is er nog weinig bekend over welke bloemen in de winter bloeien. FLORON, de natuurorganisatie die de wilde planten in ons land onderzoekt en beschermt, organiseert sinds 2014 de Eindejaars Plantenjacht. Dat is een oproep aan iedereen om in een uur tijd alle bloeiende planten op je wandeling te noteren. Madeliefje staat steevast op de 1e plaats.
De kleine veldkers op de foto hierboven eindigde dit jaar op de 15e plaats, Als je deze planten zou rangschikken naar smaak, kwam ie ruimschoots op de eerste plaats, met de verfijnde smaak van tuinkers maar dan nóg lekkerder. Al in de winter en het vroege voorjaar is ie te vinden. Je kan hem goed herkennen aan de bladeren, ze liggen als een rozet plat op de grond.
Dat beschermt tegen kou en vraat. De bladeren groeien uit één punt aan een heel kort stengeltje, dat later uitgroeit tot de bloeistengel.
Het blad ziet er uit als een steeltje met kleine blaadjes, maar het is één samengesteld blad. Wat het steeltje lijkt is in feite de bladnerf met daaraan een oneven aantal deelblaadjes. Ze staan in paren tegenover elkaar en aan het eind staat het enkele grootste deelblaadje. Als je het blad licht kneust, ruik je de kenmerkende geur van tuinkers.
Op de website van FLORON vind je de superleuke en nuttige Verspreidingsatlas waarin je elke wilde plant en dier in Nederland kan vinden. Er zijn lijsten met alle planten- en dierensoorten die voorkomen in een bepaald gebied, het atlasblok (een stukje land van 1 km lang en breed). En er zijn kaarten waar een bepaalde plant of dier zoals de kleine veldkers voorkomt.
Antwoord op een veel gestelde vraag
Vaak krijg ik vragen over plukken langs paden en wegen. Ja, het is goed om bewust te zijn van hondenpies en -poep. Op en langs een pad zou ik niet plukken. Maar je kunt het er vrij makkelijk afspoelen door het een kwartier in een bak water met een eetlepel zuiveringszout, ofwel baking soda te leggen. Dat haalt alle vuil eraf. Nog even naspoelen met water. Ook koks die werken met wilde planten doen dit!
Diemer Vijfhoek, 9 januari 2021
Natuur en tuinen in en rond de stad
Wat een mooi en bijzonder plekje, hè? Dit is vlakbij! De afgelopen maanden waren uitermate geschikt om de wilde natuur en tuinen in mijn eigen stad en land beter te leren kennen. Heel verrassend en inspirerend. Hier een greep:
* De Diemer Vijfhoek -ook wel PEN-eiland genoemd- is ontstaan in de jaren ’70 toen er een bouwput werd gebaggerd voor de aanleg van de nabijgelegen elektriciteitscentrale. Rond de berg bagger werden later dijken aangelegd. Nu is het een schiereiland, deels bebost met aan de randen riet.
* Natuurtuin Slatuinen is een verrassend groot en rijk natuurgebied midden in Amsterdam West. Met een grote diversiteit aan planten, insecten, paddenstoelen. In ieder seizoen zeer de moeite waard. Regelmatig worden er voortreffelijke rondleidingen georganiseerd, onder andere door Marijke, Rob en Sil. 3 oud-cursisten van mijn cursus Eten uit de Natuur.
* NoordOogst is een Stadslandbouwproject in Amsterdam Noord. Voor iedereen toegankelijk om deel te nemen of ideeën op te doen over duurzaam voedsel.
* Anna’s Tuin en Ruigte. Voor wie deze mooie tuin in het Science Park nog niet kent, beslist een aanrader hier een keer heen te gaan, rond te kijken en verrijkt weer te vertrekken.
* Smaragdgroen is een bewonerstuin in Amsterdam Zuid met een rijke kruidentuin en veel eetbare planten, heesters en bomen. Opgezet door actieve buurtbewoners waaronder Liza en Ramses die in 2018 meededen aan mijn cursus Eten uit de Natuur.
Gif in de tuin van broedplaats de Ceuvel
De ‘verboden tuin’ rond broedplaats de Ceuvel (ingericht op een voormalig scheepswerf in Amsterdam Noord) is aangelegd met plantensoorten die de zwaar verontreinigde grond zuiveren van gif. Hetzij door de giftige stoffen af te breken tot niet-giftige stof, hetzij door het vast te leggen. De reiniging door planten wordt fytoremediatie genoemd.
Voor mij en andere liefhebbers van eetbare natuur heel interessant en belangrijk om te zien hoe planten omgaan met gif in hun omgeving. Als ze het afbreken, dan is het gif onschadelijk gemaakt en zou je de plant kunnen eten. Maat als ze het gif opslaan doe je dat natuurlijk liever niet! Er is geen algemene regel te geven of en hoe een plant met verontreiniging en gif omgaat, het hangt af van het soort plant en van het soort verontreiniging en gif.
In tuin van de Ceuvel wordt onderscheid gemaakt tussen planten die de gifstoffen niet opnemen, de zogenaamde excluders, en planten die het gif juist extra goed opnemen, de zogenaamde hyperaccumulatoren. De hyperaccumulatoren nemen bijvoorbeeld zware metalen op tot een concentratie ver boven die in de verontreinigde grond.
Waarom zou een plant zoiets doen? Zoekend naar het antwoord hierop, vond ik een publicatie van een onderzoek naar opslag van zware metalen door planten in de buurt van een goudmijn in Tanzania. Daar bleek dat de hyperaccumulatoren minder vatbaar zijn voor ziekte door schimmels en bacteriën.
Wat betekent dit nu voor de argeloze wildplukker? Blijf er goed op letten dat je alleen planten gebruikt van grond die niet verontreinigd is. Tussen het lijstje hyperaccumulatoren zitten hele gangbare eetbare planten, zoals duizendblad (zie foto onder), wilgenroosje en klaver. Met deze planten dus extra goed opletten! Wordt vervolgd.
Duizendblad in de kou, Diemer Vijfhoek, 9 januari 2021
Daslook
Wist je ….
Dat je je kunt aanmelden voor het YouTube-kanaal Eten uit de Natuur? Daar staan nu 20 filmpjes op. Abonnees krijgen bericht zodra er weer een nieuw filmpje verschijnt. Aan de reacties en leuke berichten merk ik dat men het afgelopen jaar hier tijd voor heeft. Veel kijkplezier in de komende langzaam lichter wordende dagen.
Met mij mee op wandeling of een cursus Eten uit de Natuur doen is nog even niet mogelijk. Wel ben ik alvast aan het voorbereiden voor als het weer kan.
Met Arja HelmIg, van de Jatuin voor ontwerp van voedselbossen en tuinen met eetbare planten, heb ik plannen gemaakt voor een cursus voedselbos met een onderdeel wildplukken. Meer hierover in een volgende nieuwsbrief. Zodra er weer meer mogelijkheden zijn, zie de agenda op de website.
In deze tijd waarop je op jezelf bent aangewezen is de natuur en het zelf verzamelen en maken van je voedsel een fijne en heilzame bezigheid. Ga lekker naar buiten, pluk een bosje -liefst jonge- brandnetels en bak deze simpele en smakelijke brandneteltaart.
Blijf gezond en veel natuurgenoegens deze winter en in het vroege voorjaar!
Veilig plukken, hoe doe je dat?
Hertshoornweegbree op de Nieuwe Herengracht, Amsterdam, 29 juli 2020
Midden in de coronatijd, op 8 juni, organiseerde Simone Sikking van Groene Buurten een webinar Eten uit de Natuur, een veilig alternatief voor alle vanwege corona geannuleerde activiteiten dit jaar. Geen cursus Eten uit de Natuur, geen wandelingen op de Koeienweide.
Deelnemers konden van tevoren vragen insturen.
Heel interessant dat de meeste vragen over de volgende twee punten gingen.
1. Hoe weet je dat je de juiste plant plukt.
Voor je een plant gaat eten moet je hem echt goed kennen en kunnen herkennen. Bij sommige planten is dat niet zo moeilijk, zoals madeliefje, braam, brandnetel, hondsdraf en kleefkruid. Maar bij andere planten is het moeilijker.
Het kost tijd en inspanning planten te leren herkennen. Dat is leuk en geeft veel voldoening. Als je jezelf die tijd gunt, zal je er geen spijt van krijgen.
Je kan ook een app gebruiken, zoals PictureThis.
2. Hoe weet je of het veilig is.
Ja dat is evenmin makkelijk. Een paar vuistregels die ik hanteer: kan er landbouwgif gebruikt zijn; is het een hondenuitlaatplek; zijn er schapen of koeien; kan er ooit gif gedumpt zijn, of verontreinigde grond?
Als je dat niet zeker weet, helpt het om te kijken naar de vegetatie: hebben de planten vreemde vergroeiingen of verkleuringen? Wees dan op je hoede.
Verder geldt: pluk geen zieke of oude planten; pluk de planten in het juiste seizoen, kijk of de plant besmet kan zijn met ziekteverwekkers. Zie ook de wildplukregels op de website.
Als je niet zeker bent over de geschiedenis van het gebied, kan je kijken op de site Topotijdreis. Daar kan je inzoomen op ieder stukje Nederland en met een schuifje de tijd terugdraaien, tot 1813! Dan kan je zien of iets altijd natuur is geweest. Erg leuk om te doen.
Heb je ernstige aarzelingen over een stuk grond, dan kan je altijd een monster van verdachte grond laten analyseren door een laboratorium. Ik heb daar geen ervaring mee, maar hoor graag van wie dat wel heeft.
Soortenrijkdom in de stad
Qua soortenrijkdom is de stad diverser dan menig natuurgebied. De stadsfora in Amsterdam telt 1425 verschillende plantensoorten.
Misschien onverwacht, maar midden in de stad staan veel wilde planten die als pionier naar de stad zijn gekomen.
En het aantal plantensoorten neemt nog jaarlijks toe.Wie hierover meer wil lezen kan terecht in het pas verschenen boek Stadsflora van de Lage Landen van urbaan ecoloog Ton Denters.
Hertshoornweegbree met naam op de Nieuwe Herengracht, Amsterdam, 29 juli 2020
Botanisch Stoepkrijten
Er is een speels fenomeen overgewaaid vanuit Frankrijk, naar Engeland om stadsplanten te voorzien van hun naam. Met stoepkrijt. In Nederland is het nu ook in opgang. Zo maak je zichtbaar dat de natuur overal om ons heen is. Bekend maakt bemind en bovendien is het bijzonder leuk om dit te doen.
Vorige week gaf ik samen met Arend Wakker vanuit de Hortus Amsterdam een excursie Botanisch Stoepkrijten, waar twee groepjes enthousiaste deelnemers op afkwamen.
Tot mijn grote plezier zag ik daar de bijzonder smakelijke hertshoornweegbree, goed om zijn naam te delen met anderen.
Vanwege het succes wordt de excursie waarschijnlijk herhaald.
Agenda
- Rondleiding in het Amsterdamse Bos op zondag 30 augustus.
- Rondleidingen op het op het Surfana Festival In het eerste weekend van september.
Zie de agenda op de website.
Recepten
Heb je tijd en zin in kokkerellen?
Ik heb een heerlijk recept voor hartige berenklauwcakejes.
Blijf gezond en veel natuurgenoegens deze mooie zomer!
Nieuwe Filmpjes
Eveline van Dijck / YOY Media en ik hebben weer nieuwe filmpjes gemaakt. Korte filmpjes waarin één plant centraal staat. Heb je 5 minuten?
Engelwortel
Brandnetel
Alles begint weer wat te lijken op ons vroegere leven
Mammoetblad, Gunnera manicata, in de Hortus, Amsterdam, 29 mei 2020
Vanmiddag was ik voor het eerst sinds bijna 3 maanden weer in de Hortus die afgelopen week open is gegaan voor kleine kring. Vanaf 30 mei weer voor iedereen!
Ik werd getroffen door de overweldigende groeikracht van planten. Alles was in de tussentijd natuurlijk gewoon blijven groeien en bloeien. Het meest van al het Mammoetblad, met bladeren van wel 2,5 à 3 meter in doorsnee. Hij wordt ook wel reuzenrabarber genoemd hoewel hij geen familie is van de rabarber.
Dat hij eetbaar is, had ik al vroeg dit jaar van mijn neef Ids en Inge gehoord die in Chili de ingemaakte stengel van deze plant hadden gegeten, nalca heet ie daar.
Zoekend op internet, vermoed ik trouwens dat de nalca de Gunnera tinctoria is, het kleinere broertje van Gunnera manicata, die ook mammoetblad en reuzenrabarber wordt genoemd en ook eetbaar is.
Hoe het ook zij, erg fijn en geruststellend om weer tussen het weelderige groen te lopen.
Voorzichtig komen we tevoorschijn uit onze holletjes, als na een winterslaap.
Alles begint weer wat te lijken op ons vroegere leven.
Webinar
Met veel plezier wil ik jullie uitnodigen voor mijn eerste Eten-uit-de-Natuur-activiteit van dit jaar waar iedereen aan kan meedoen: een Eten-uit-de-natuur-webinar.
Geschikt voor iedereen die nog niet zo bekend is met eetbare natuur en ook voor wie zijn kennis weer een beetje wilt opfrissen.
Groene Buurten
Maandag 8 juni, van 20.00-21.00 uur.
Deelname gratis.
Aanmelden via info@groenebuurten.nl.
Zie agenda van Groene Buurten.
Nieuwe filmpjes
Eveline van Dijck / YOY Media en ik hebben weer een serie filmpjes gemaakt. Korte filmpjes waarin één plant centraal staat.
Heb je 5 minuten?
Dat is ruimschoots genoeg om zo’n filmpje te bekijken. Hier zijn alvast de eerste drie:

Wildpluktas
Op de nieuwe filmpjes van Eveline was jullie waarschijnlijk opgevallen wat een mooie en handige pluktas ik daar bij me heb!
Mooi van allemaal Afrikaanse lapjes gemaakt, en handig omdat er zeven verschillende vakken inzitten naast een groot binnenvak.
De tas kan aan twee kanten gedragen worden, met de vakken aan de buitenkant zo lang je nog aan het plukken bent.
Als je klaar bent vouw je de vakken naar binnen zodat je de oogst veilig thuis kunt brengen.
Ideaal!
Ontwerp en productie zijn van Adriënne, zelf een goede, ervaren wildplukster.
Het plan was er al.
Als ik op een wildplukwandeling aan het zoeken was naar de goeie zak tussen allemaal losse zakken, zei ze:
“‘ik maak een wildpluktas voor je, met véél vakjes. “
En nu was er tijd!
Wat een feest om met deze tas op pad te gaan.
Ik plukte het jonge blad van daslook, look-zonder-look, paardenbloem en zevenblad.
En heb er Wilde-groentepesto van gemaakt.
Lekker op toast of door pasta!
Over ziektes bij planten
Voorjaar op de Ringdijk, met wilde peen, ridderzuring en berenklauw, Amsterdam, 9 maart 2020
Verhalen, recepten en leestips waar je misschien wat aan hebt in deze vreemde tijd
We zitten midden in een pandemie. Wat betekent dat voor ons? Wat zijn de gevolgen en hoe gaan we ermee om?
Er is wellicht meer tijd voor achterstallige klusjes, voor lezen en om een wandelingetje te maken.
En te experimenteren met mijn recepten.
Hoe gaan planten met ziektes en epidemieën om?
Planten hebben net als dieren een goed werkend afweer- en immuunsysteem, om zo de aanvallen van bacteriën, schimmels, virussen en andere ziekteverwekkers te overleven.
Wij planteneters profiteren daarvan want deze immuunstoffen werken ook bij ons.
Daarom is het voor ons gezond om veel planten te eten.
Dit is ook de reden dat onze oudste geneesmiddelen uit planten gewonnen werden.
Daarnaast vormen zij natuurlijk een bron van vitamines en mineralen.
Immuunsysteem bij planten
Vier planten uit onze directe omgeving met een goedwerkend immuunsysteem zijn:
- De wilg maakt salicylzuur; bij de plant en de mens werkt deze stof -beter bekend als aspirine- helend; zie voor meer hierover Aspirine heelt ook planten,
- de weegbree bevat stoffen (flavonoïden) die virussen en bacteriën remmen plus een andere stof (een polysaccharide fractie) die het immuunsysteem versterkt, bij de plant zelf en bij de mens. Zie hier het verhaal over de weegbree,
- in raapzaadzitten antibacteriële mosterdglycosiden. Je kunt er lekkere chips van maken.
- de den bevat etherische oliën, deze zijn behalve heel smakelijk ook ontstekingsremmend en antimicrobieel.
Vluchtige organische stoffen
Daarnaast hebben planten een systeem om elkaar te waarschuwen als ze worden belaagd door micro-organismen -zoals virussen, bacteriën en eencelligen – of dieren die hen op willen eten.
Ze doen dat door het afgeven van vluchtige organische stoffen. Dit kunnen specifieke of algemene vluchtige stoffen zijn.
Zoals de den op luizenvraat reageert door een specifieke stof te maken die juist die roofinsecten lokt die deze luizen graag eten!
Slim hè, deze effectieve samenwerking!
Tenminste als je van slim kunt spreken bij planten, wezens zonder bewustzijn of centraal zenuwstelsel.
Ik vind van wel.
In het boek “What a plant knows” ziet bioloog Daniel Chamovitz het zo dat de aanmaak van vluchtige stoffen bedoeld is voor de niet aangevreten delen van de plant zelf, maar dat de buurplanten hier ook van profiteren.
Deze samenwerking tussen planten komt ook in “Plantaardig -Vegetatieve filosofie” van Wouter Oudemans aan de orde.
Ook Dave Goulson schrijft er in zijn nieuwste boek “De Tuinjungle” weer heel boeiend over.
Algemene vluchtige stoffen worden door aangevreten planten geproduceerd om hun soortgenoten te waarschuwen. Buurbomen nemen deze vluchtige stoffen waar, tenminste als deze stof ze bereikt, dus met de wind mee.
Bijvoorbeeld door de waarschuwing van aangevreten acacia’s hebben buurbomen allang bitterstoffen aangemaakt waardoor ze ineens veel minder lekker zijn.
Om te kunnen eten moeten rondtrekkende kuddes zebra’s, giraffen, impala’s en andere Afrikaanse planteneters daarom tegen de wind in lopen tot ze een boom tegenkomen die nog van niks weet.
Epidemieën
De grote vraag is nu of planten hiermee soortgelijke epidemieën zoals de Corona-pandemie kunnen tegenhouden. Dat hangt er helemaal van af hoe veel potentiële ‘patiënten’ er zijn. Het wordt de ziekteverwekker wel heel erg makkelijk gemaakt als hij meteen kan overstappen op de volgende patiënt.
In mijn blog over de eikenprocessierups schreef ik:
“monoculturen vormen een groot risico op epidemieën”.
Waar veel mensen dicht op een kluitje zitten is het risico het grootst.
Blijf een beetje uit elkaars buurt, is de boodschap.
En drink veel thee en eet veel groentes.

Voorjaar
Door al deze hectiek vergeten we misschien wel om op te letten wat een prachtig voorjaar het is.
Je ziet op deze foto de bloemknop van de wilde peen, met de kenmerkende groene omwindselblaadjes die straks na de bloei als een vogelnestje om de vruchten buigen.
Veel te vroeg want zijn officiële bloeitijd is juni-herfst.
Eigenlijk hebben we dit jaar de winter overgeslagen, we zijn rechtstreeks van een natte en winderige herfst de lente in gelanceerd.
Qua temperatuur tenminste.
Hoe bepalen planten wanneer ze bloeien?
Daglengte speelt een hele belangrijke rol. Planten zijn namelijk in staat daglengte te meten. Ze baseren het moment van hun groei en bloei op daglengte.
Maar deze winter bleven er planten doorbloeien.
Op 1 januari telde ik bij de Heumense Schans wel 12 verschillende bloeiende planten, waaronder look zonder look, paarse dovenetel, vogelmuur, bezemkruiskruid en Sint-Janskruid.
En een dag later rond de Surfplas in Reeuwijk zelfs nog een meer: onder andere speenkruid, groot hoefblad, ridderzuring.
Temperatuur heeft dus ook invloed op groei en bloei, in deze zachte winter.
Als je wilt weten wat de daglengte is op een bepaalde dag, kijk dan Zonsopgang en Zonsondergang. Voor mij heel handig bij het plannen van een rondleiding.
Omdenken
In deze tijd waar alles anders loopt dan ik had gepland, probeer ik zoveel mogelijk buiten te zijn en de natuur te zien.
Ik pas het Omdenken (Berthold Gunster) toe en probeer de kansen aan te grijpen die me nu geboden worden, zoals tijd voor opruimen, en verwerf inzichten zoals de herwaardering van mijn contacten.
Ik zie ook dat iedereen meer compassie voel en meer aan zijn buren denkt.
Hopelijk is de herwaardering voor cruciale beroepen (zorg, onderwijs, vuilnisophalers, winkeliers) blijvend. En gaan we elkaar en de natuur op een nieuwe manier zien en waarderen.
Saskia van de Hortus verwoordde gisteren in haar brief haar tip aan ons heel goed, vond ik:
‘Genieten van de natuur, je verbonden voelen met de natuur (al is het maar het lieveheersbeestje op je zolderraam) sterkt je verbinding met je eigen natuur en werkt helend. Ook in deze tijd. Juist in deze tijd.’
Dank je wel, Saskia!
Komende weken kun je zelf op pad, in je eigen buurt.
Heb je tijd en zin in kokkerellen? Ik heb een heerlijk recept voor chips van jong blad van raapzaad. Heel gezond en lekker! En er is nu veel jong blad te vinden.
Wil je online een uiterst boeiend essay lezen over hoe goed het voor je is om buiten in de natuur zijn? Dat raad ik ‘Van buiten word je beter‘ van Universiteit Wageningen (WUR).
Raapzaad
Raapzaad Brassica rapa
Door de zachte winter komt de raapzaad nu overal in de bermen met flinke scheuren omhoog.
Bovenaan de stengel waren een week geleden nog knoppen te zien, vanmiddag zag ik al overal bloemen.
Raapzaad herken je aan de bloemknoppen.
Ze zitten onder de geopende bloemen.
Bij zijn broertje koolzaad steken de knoppen juist boven de bloemen uit.
Een tweede verschil is hun bladvoet.
Zoals je op de foto ziet is die bij raapzaad volledig stengelomvattend.
Bij koolzaad maar voor de helft. Derde verschil: de bovenste bladeren bij raapzaad zijn blauwgroen van kleur, bij koolzaad is het minder blauw.
Tot slot: de gele kroonblaadjes in de bloem zijn vrij smal en overlappen niet bij de raapzaad; bij koolzaad zijn ze breder en overlappen wel.
Kleurige herfst – geluk en natuur gaan samen

Toverhazelaar
Arboretum Notoarestoen Eenrum,
17 oktober
foto’s Eveline van Dijck
Eergisteren zag ik in Groningen wel een heel uitbundig verkleurende Toverhazelaar! Echt betoverend.
Het leuke van deze boom is dat je de verkleuring als het ware ziet gebeuren.
Elk blad heeft een eigen tempo van verkleuring.
Het proces begint bij de rand. De verkleuring gaat van groen naar geel, dan via oranje naar rood en dan sterven de cellen af en worden droog en donkerbruin.

De verkleuring begint aan de rand, omdat de vaten die water en mineralen aanvoeren daar het kleinst en dunst zijn. Daar zal de aanvoer het eerst afnemen als de boom als voorbereiding op de winter ook een deel van de wortels laat afsterven.
Dat het ene blad meer verkleurt dan het andere, is afhankelijk van waar het blad zich bevindt aan de boom. De buitenste bladeren kleuren het eerst omdat ze meer zonlicht vangen en meer aan kou zijn blootgesteld. De binnenste bladeren liggen beschut aan de binnenkant en blijven langer groen.
Het geel is het hele jaar door aanwezig in het blad, maar wordt pas zichtbaar bij de afbraak van het bladgroen tot een oplosbare stof. Zo kunnen de kostbare mineralen en energie toch worden verplaatst naar de stam en wortels, waar het wordt opgeslagen totdat de lente komt.
De rode kleur is anthocyaan – een plantaardig zonnebrandmiddel – het wordt actief door het blad aangemaakt, zo beschermt het zich tegen kou en zonlicht.
Wil je er nog meer over weten? Lees deze duidelijke uitleg er maar op na.
De toverhazelaar komt uit Noord-Amerika. Het verhaal gaat dat de indianen van het hout een magische wichelroede maakten waarmee ze goud vonden.
Omdat het blad lijkt op de inheemse hazelaar, kreeg de boom in Europa de naam hazelaar erbij.
En omdat aan deze inheemse hazelaar ook al magische eigenschappen werd toegedicht (ik vermoed vanwege de medicinale werking). kreeg de Noord Amerikaanse hamamelis de naam Toverhazelaar.
“Gelukkige mensen zijn vaker in de natuur”
Deze kop stond een tijdje terug in de krant.
Britse wetenschappers hebben in een onderzoek met 20.000 mensen aangetoond dat iedereen die minstens 2 uur per week in de natuur is, zich gezonder en tevredener voelt.
Worden mensen gezond en gelukkig van het buiten zijn?
Gaan ze vaak naar buiten omdat ze gelukkig en gezond zijn?
Of speelt er nog iets anders mee, zoals rijkdom, leeftijd en gezondheid?
Een cynicus zegt al gauw: ja logisch rijke/jonge/gezonde mensen hebben tijd om buiten te zijn en zijn gelukkig omdat ze rijk/jong/gezond zijn.
Het onderzoek laat zien dat de samenhang tussen natuur, gezondheid en geluk voor alle groepen geldt:
zowel rijk als arm, jong en oud, gezond en ziek.
Dus ben je even een tijdje niet zo gelukkig? Doe de proef op de som.
Lees t hele artikel.
Geschubde inktzwam
In de herfst vragen mensen mij tijdens wildpluktochten vaak welke paddenstoelen eetbaar zijn.
Meestal ben ik nogal terughoudend want er zijn heel veel soorten in Nederland (ruim 5000!) en de eetbare soorten zijn voor de leek makkelijk te verwarren met oneetbare.
De geschubde inktzwam vindt je in gras langs wegbermen, in bossen en weilanden.
Tot in de late herfst.
Zo lang de plaatjes wit zijn, zijn ze prima eetbaar.
De smaak is heel lekker.
Het is een algemene soort dus als je er een heleboel ziet staan, kan je er best wat plukken voor eigen gebruik.
Snel na het plukken klaarmaken!
Wanneer je op de volgende 6 kenmerken let, dan weet je dat het de jonge geschubde inktzwam is en kun je haar niet verwisselen met giftige soorten.
- De smalle hoge witte hoed, met een bruinig vlekje bovenop in het midden.
- De duidelijke schubben die ontstaan uit het velum, dat is het vlies wat om de piepjonge paddenstoel zit.
- Witte plaatjes aan de binnenkant van de hoed.
- De steel is wit en hol (en ook eetbaar)
- De geur: licht en aangenaam.
- Als de geschubde inktzwam ouder wordt gaat het rokje uitstaan en verkleurt via roze naar zwart. Er hangen druppels ‘inkt’ aan de rand van de hoed.
Let op! Als er geen schubben op zitten, kan het de kale inktzwam zijn. Die is wel eetbaar, maar geeft in combinatie met alcohol onprettige verschijnselen, zoals misselijkheid.
Ragout en soep recept met inktzwam
Kindje op Oma’s schoot

De afgelopen weken ben ik tijdens mijn vakantie verrast en verblijd door de mooie, grappige en bijzondere natuurobservaties.
Jullie wellicht ook.
Soms moet je twee keer kijken om iets goed te zien!
Vanmorgen zag ik in mijn vensterbank een knobbeltje op een van de broedknoppen van een Kalanchoë. Toen ik nog eens goed keek zag ik dat het een broedknop op een broedknop was!
Dus in de bekende benaming van Kindje-op-moeders-schoot, is dit een Kindje-op-moeders-schoot-op-oma’s-schoot.
In het Engels zeggen ze Mother of Millions. Dat is een beetje overdreven, maar het kunnen er wel veel worden.
Klopt het wel dat er hier sprake is van een moeder-kindrelatie?
Kan je het ouderschap van een plant vergelijken met dat van een dier, of is dit een antropomorfisme, het toeschrijven van menselijke eigenschappen aan dieren en planten.
Bij dieren is er meestal maar één manier om meer exemplaren van een soort te krijgen: de geslachtelijke voortplanting, waarbij de eigenschappen van beide ouders worden gecombineerd in een nieuw individu: hun nakomeling.
Hierop zijn wel uitzonderingen in het dierenrijk zoals wormen, sponzen en bijen. Wormen kunnen zich in tweeën splitsen.
Bij sponzen kan zelfs iedere cel uitgroeien tot een nieuwe spons als je ze door een mixer haalt.
Bij de bijen legt de koningin onbevruchte eitjes waaruit de darren (mannetjesbij) komen en bevruchte eitjes waaruit de werksters en nieuwe koninginnen ontstaan. Dus de dar heeft geen vader maar wel een opa; de vader van de koningin.
Bij planten is er keus uit twee manieren, naast geslachtelijk kan een plant zich ook ongeslachtelijk vermenigvuldigen. Stekken, uitlopers, scheuten, vermeerdering van bollen en knollen kan allemaal zonder tussenkomst van stuifmeel, eicellen en bijen gebeuren. Genetisch is de nieuwe plant identiek aan de ouder.
Voordeel hiervan is dat een plant in zijn eentje kan vermeerderen; nadeel hiervan is dat er geen nieuwe combinatie van eigenschappen kan ontstaan die beter aangepast is aan de omstandigheden.
Dus het plantje op de foto is geen echt nieuw individu. Want alle erfelijke eigenschappen van het nieuwe plantje zijn identiek aan de moederplant. Dus het is geen kindje en geen kleinkind maar een kopie van de ‘moeder’. Dat heeft gevolgen voor het begrip individualiteit.
Bij een dier is ieder jonggeboren individu uniek door de combinatie van eigenschappen van vader en moeder.
Bij een plant zijn er na ongeslachtelijke voortplanting allemaal genetisch identieke exemplaren. Ze onderscheiden zich wel door hun verschillende standplaats en hun unieke geschiedenis.
Kan je dit individuen noemen?
Ik vind van wel, want ook een eeneiige tweeling verschilt. Iets om nog eens meer over na te denken.
In Amerika is een stokoud bos van ratelpopulieren, een kleine 50.000 bomen op bijna 50 hectare.
Het blijkt dat deze bomen allemaal uit één enkele boom zijn ontstaan. Het bos van identieke bomen wordt Pando genoemd, dat betekent: ik breid mij uit.
Helaas wordt het bos bedreigd door vraatzuchtige herten wiens natuurlijke vijand in aantal is achteruit gegaan.
Hopelijk valt het mee want een duizenden jaren oud bos heeft vast al meer meegemaakt.
(foto Cirkels van Jannink, 7 augustus, foto: Eveline van Dijck / YOYmedia)

Cirkels van Jannink
7 augustus, foto: Eveline van Dijck / YOYmedia
Tijdens de IVN Zomerweek maakten we de hei vrij van jonge berken en dennen. Door de vele stikstof verandert de hei anders in een bos. Deze dennenscheuten kun je prima verwerken tot:
Zo zijn de dennen niet voor niets gesneefd.
Over cultuurvolgers en woekerplanten
Pioniers en opvolgers
Hier een verhaal wat ik al lang met jullie wil delen. Heb je even?
Nog niet zo lang geleden, tot 10.000 jaar geleden, hadden onze voorouders geen vaste woon- en verblijfplaats.
Ze zwierven in groepjes over de wereld om als jagers-verzamelaars aan voedsel te komen en kwamen af en toe ook in Nederland.
Totdat ze bleven, boer werden en planten uit andere gebieden zaaiden en verzorgden. Of per ongeluk meebrachten.
En zo de inheemse flora beïnvloedden.
Ook plantensoorten zwerven. Iedere nieuwe soort verkast van tijd tot tijd omdat de omstandigheden veranderen.
Geen plantensoort blijft eeuwig op een en dezelfde plek. Dat kun je mooi zien als je een kaal stuk land hebt en afwacht wat er gaat gebeuren.
Eerst komen de pioniers, zoals wilgenroosje, straatgras en berk. Deze hebben veel en licht zaad met lange kiemkracht, waarmee ze zich makkelijk kunnen verspreiden (‘onkruid’).
Dit proces wordt successie genoemd. De pioniers zoeken een nieuw stuk leeg land.
Als wij in de grond wieden of schoffelen verstoren we het natuurlijke successie-proces, en blijven de pioniers komen.
Planten reageren op mensen.
- Sommige planten gedijen goed op voedselrijke landbouwgrond. De cultuurvolgers. Ook voor hun verspreiding maken ze gebruik van mensen.
- Andere schuwen de mens, de cultuurvlieders.
Archeofyten
Nieuwe neofyten
Oude cultuurvolgers van vóór 1500 heten archeofyten, de nieuwe neofyten.
De typisch Nederlandse akkeronkruiden – zoals korenbloem, klaproos, korrelganzevoet, ringelwikke, smalle weegbree, wilde haver, bolderik en kroontjeskruid – en tamme kastanje, grauwe els, vlier en brandnetel zijn archeofyten.
Zelfs de grote zandkool, door velen wel ‘inheemse rucola’ genoemd is een archeofyt.
Als je het niet wist, zou je niet denken dat dit ooit vreemdelingen waren. Ze zijn volledig ingeburgerd. Net als wij trouwens.
Aanpassen
De beruchte Japanse duizendknoop, de reuzenbalsemien en de reuzenberenklauw, neofyten, doen het buitengewoon goed in onze tuinen en daarbuiten. Hun natuurlijke vijanden zijn niet mee verhuisd.
Soms wordt dat na eeuwen alsnog rechtgezet. Zo weet na 500 jaar de Turkse paardenkastanje-mineerders-mot eindelijk de paardenkastanje te vinden!
En soms passen inheemse vraatdieren zich aan en leren nieuwkomers te eten zoals Amerikaanse vogelkers.
Woekeren
Andere woorden voor neofyt zijn exoot, verwilderd, ingeburgerd of adventief.
Door overdadig gebruik van stikstof uit te veel mest gaan sommige planten snel groeien. Woekeren is de term hiervoor als dat niet welkom is. Niet alleen exoten maar ook de inheemse braam.
Als de mineralen uit de bodem minder worden, gaat de plant minder hard groeien.
Wat de Nederlandse flora is wordt steeds opnieuw vastgesteld. Planten die zich hier in het wild handhaven worden toegevoegd.
Wil je weten of een plant inheems, archeofyt of neofyt is, kijk dan op de Floron Verspreidingsatlas

Zwartmoeskervel,
Smyrnium olusatrumop
Texel 16 juni
(Foto Joyce Landvreugd)
De zwartmoeskervel op de foto is een archeofyt. Het is een van oorsprong Mediterrane soort die ruim tweeduizend jaar geleden al volop gekweekt en gegeten werd. Want hij is lekker, voedzaam en makkelijk te kweken.
Qua smaak lijkt hij op selderij en peterselie.
De plant is waarschijnlijk met de Romeinen naar ons land gebracht.
Hij houdt van voedselrijke vochtige grond.
Je kan hem makkelijk zelf opkweken uit zaad.
Alle delen van de plant zijn eetbaar, de jonge scheuten, de stengel, wortel en het blad. In Nederland is hij zeer zeldzaam (Rode lijst, dus niet plukken), hij komt alleen op Texel voor.
Oogst hem dus alleen in je eigen tuin.
In het wild zie je hem veel in het zuiden en zuidwesten van Engeland en aan de Franse Atlantische kust.
Eikenprocessierups
De media storten zich op de eikenprocessierups.
Van de week had ik een gesprek met een tobbend jongetje. Hij kon niet meedoen met mijn wandeling omdat hij niet had kunnen slapen en zich ziek voelde. Hij wilde alles van me weten over de eikenprocessierupsen.
Toen hem duidelijk werd dat je er niet dood aan gaat, huppelde hij vrolijk naar buiten.

Hoe komt het dat er dit jaar zoveel rupsen zijn?
Het is niet alleen de gestegen temperatuur, maar ook hoe we de eik aanplanten in Nederland. Van nature staat een eik vaak alleen op arme grond. Zoals op de foto hierboven.
Wanneer we mooie eikenlanen aanplanten, creëren we een monocultuur.
Veel planten van dezelfde soort bij elkaar trekken veel insecten aan die er graag van eten en zo krijg je een plaag. Dus de eikenprocessierups is ook een cultuurvolger.
Als je akkers zou maken met 10 of 20 verschillende gewassen, dan waren er geen bestrijdingsmiddelen nodig.
Ik kan niet wachten tot het zover is…
Recept
Tot slot het recept van een vrolijke bloemensla
Het geheim van de bol
De meeste andere planten maken eerst bladeren, met die bladeren maken ze voedsel. En dat voedsel wordt gebruikt voor de fabricage van bloemen.
Het geheim van de bol is dat het voedsel dat vorig jaar door de bladeren is gemaakt, er de hele winter in bewaard is om vroeg in het voorjaar gebruikt te worden voor de bloei.
Het voordeel van de vroege bloei is dat er weinig andere bloemen zijn en er dus veel insectenbezoek is.
Heel goed voor de bestuiving en bevruchting.
Het is volop lente en dat is overal om ons heen te zien.
De eerste bloemen die zich in het voorjaar laten zien zijn de bolgewassen.
De meeste andere planten doen er veel langer over om tot bloei te komen.
Wat is het geheim van de bol?
Hoe slagen ze erin om al zo vroeg in het jaar zo mooi te bloeien?
Want reken maar dat het energie kost om zo’n bloem te maken, de helder gekleurde kroonbladeren, de geurstoffen, de stampers met het stuifmeel, de meeldraden en soms ook nog nectar.

Maar wat gebeurt er na de bloei?
De meeste mensen hebben dan hun belangstelling verloren. Maar voor de plant zelf moet het belangrijkste nog komen.
Ten eerste moet de uitgebloeide bestoven bloem zich ontwikkelen tot zaad want daar is het allemaal om begonnen. Op de foto van een uitgebloeide tulp hierboven zie je mooi dat bovenop de bloemstengel de jonge groene zaaddoos zit die aan het rijpen is.
Dit proces kost veel energie dus in deze periode heeft de plant zijn bladeren hard nodig om het benodigde voedsel te leveren.
Het grappige kuifje bovenop de zaaddoos is gevormd uit de resten van de bloem.
Het tweede belangrijke klusje voor de plant is dat de bol weer gevuld moet worden met voedsel, zodat hij volgend seizoen opnieuw kan gaan bloeien.
Hoe meer voedsel, hoe groter en mooier de bloem.
Zodra de bol voldoende voedsel heeft, sterven de bladeren vanzelf af, meestal ongeveer een maand na de bloei. Je ziet het vanzelf aan de plant als hij klaar is.
Dan volgt de rustperiode tot het volgende voorjaar.
Dus als mensen je vragen: hoe zit dat met bollen, moet je gelijk na de bloei de bladeren eraf halen?
Dan weet je nu het antwoord.
Nee, laten zitten dat blad!
Want dat blad onttrekt geen kracht aan de plant, het geeft juist kracht. Tenminste, zo lang de plant water krijgt.
Lekker die kraailook!
Met deze of een andere look en alle jonge wilde kruiden die nu volop in de natuur te vinden zijn, kan je heerlijke kruidenboter maken met dit onkruidenboterrecept.

Dit is een uitje uit de Weesperzijdetuin met daarnaast de bloemknop die door een ander uienbolletje gevormd is.
Als je goed kijkt, zie je dat het niet één bloem is maar een heel hoofdje vol met bloempjes.
Als je meer wilt weten over de Weesperzijdetuin, bezoek dan onze website, of kom zelf eens kijken.
Vanmorgen hebben we feestelijk ons 5-jarig bestaan gevierd!
Hortus Lentelezingen
De afgelopen weken heb ik met veel plezier twee avond-rondleidingen voorbereid en gegeven in de Amsterdamse Hortus, in het kader van de jaarlijkse Lentelezingen.
De eerste ging over giftige planten. Welke verschillende gifstoffen planten zoal hebben en in welke hoeveelheden je hier schade van ondervindt. Immers, één van de bekendste citaten van de arts, alchemist en botanicus Paracelsus (1493-1541) luidt
“de dosis maakt of iets giftig is”.
Alles kan dus giftig zijn, als je er te veel van neemt.
Dat gegeven is ook van belang voor Eten uit de natuur. Nooit heel veel eten van één plant.
Dit geldt zelfs voor onze gewone groentes. Van spinazie, rabarber en peterselie moet je nooit te veel eten.
In een normale hoeveelheid is het gezond, maar in grote hoeveelheden krijg je te veel van een bepaalde stof binnen waardoor het je niet goed bekomt. Bij spinazie is dat oxaalzuur.
Zou je in de Hortus vanuit een nieuw perspectief willen kijken naar de planten?
In mei zijn nog twee bijzondere lezingen annex rondleidingen in de Hortus.
Je bent als stadsmens gelijk buiten in de natuur en leert over nieuwe inzichten van plantrenspecialisten.
Dit keer zijn het twee hele boeiende onderwerpen:
- communicatie door planten
- de werking van planten, hallucinogeen en helend