Begin mei was ik op de fiets naar een bridge-midweek in Oisterwijk en reed ik door natuurgebied de Kampina tussen de dennen, vennen, heide en de geurige gagel door.
De volgende dagen zijn we er met elkaar gaan wandelen om dit verrassende gebied beter te leren kennen. In deze tijd van het jaar lopen ook de tragere bomen en planten uit. Zoals de den. Die houdt in de winter zijn naalden en is nu pas aan het uitlopen.
Wat zo bijzonder is aan de den, is dat er aan het eind van de takken drie verschillende knoppen zitten. Knoppen waar de jonge takken uit groeien, scheuten met minuscule naaldjes op kleine takjes. En twee soorten bloemknoppen. Hier komen de mannelijke en vrouwelijke bloemen uit.
Op de foto hierboven is rechts een jonge scheut met naaldjes te zien. In het midden staat nog een jonge scheut met aan de top jonge naaldjes met daaronder de knoppen van de mannelijke bloemen.
Overal waar ik keek zag ik deze combinatie.
Waar zijn de vrouwelijke bloemen?
Na goed zoeken vonden we op de jonge takscheut de vrouwelijke bloemen: mini-dennenappeltjes – zie foto hieronder – een beetje rood van kleur. Het zijn er veel minder en ze zijn veel kleiner dan de mannelijke bloemknoppen. Je ziet hier geen stamper en die is er ook niet. Het stuifmeel komt rechtstreeks op het vruchtbeginsel, via een verdampend druppeltje water. Dit heet naaktzadig, een eigenschap van hele oude primitieve, doch succesvolle planten.
De bloemen van de den zijn eenslachtig maar ze staan wel op dezelfde boom. Dat noemen we eenhuizig. De reden dat er zoveel meer mannelijke bloemen zijn dan vrouwelijk is dat de den een windbestuiver is. Er moet heel veel stuifmeel zijn voor een goeie kans op bestuiving. Als je heel goed kijkt, zie je op de bovenste foto bij de mannelijke bloemknoppen al de gele kleur van het stuifmeel.
Nu eind mei, zijn de jonge scheuten al verder ontwikkeld. Dit is een goed moment om ze te oogsten en klaar te maken als gelei, limonadesiroop, kruidenbitter of dennenolie.
Voor je gaat plukken, kijk even goed naar afbeeldingen van de grove den (Pinus sylvestris) of de zwarte den (Pinus nigra), zodat je niet met de verkeerde thuiskomt. Verwar hem niet met bijvoorbeeld de taxus, die is buitengewoon giftig!
Vlier: soms struik, soms boom
In Nederland kennen wij de vlier vooral als een struik die niet zo hoog wordt. Het is een tot wel 7 meter hoge struik of kleine boom. Vlier kan kan dus allebei zijn. In Duitsland zag ik deze vlier met een duidelijke onvertakte stam. Verrassend, want ik had dat nog nooit gezien in Nederland!
Wie wel? Graag hoor ik dat van je! >
Recept
Japanse Duizendknoop
Op dit ogenblik zijn er veel eetbare planten te vinden. Naast bloeiende vlier en de den zag ik in de bermen langs het Amsterdam Rijnkanaal bloeiend glad walstro en op een landje bij Nesciobrug en de Ooster Ringdijk jonge scheuten Japanse duizendknoop. Voor die laatste gaf ik jullie al eerder zoete recepten, Nu hier een hartig recept (Recept met dank aan Jos de Bruijn), een echte smaakknaller van zuur en zout!
Weet je niet precies hoe je Japanse duizendknoop kunt herkennen? Kijk naar het filmpje