Over cultuurvolgers en woekerplanten

Pioniers en opvolgers

Hier een verhaal wat ik al lang met jullie wil delen. Heb je even? Nog niet zo lang geleden, tot 10.000 jaar geleden, hadden onze voorouders geen vaste woon- en verblijfplaats. Ze zwierven in groepjes over de wereld om als jagers-verzamelaars aan voedsel te komen en kwamen af en toe ook in Nederland. Totdat ze bleven, boer werden en planten uit andere gebieden zaaiden en verzorgden. Of per ongeluk meebrachten.  En zo de inheemse flora beïnvloedden. Ook plantensoorten zwerven. Iedere nieuwe soort verkast van tijd tot tijd omdat de omstandigheden veranderen.

Geen plantensoort blijft eeuwig op een en dezelfde plek. Dat kun je mooi zien als je een kaal stuk land hebt en afwacht wat er gaat gebeuren. Eerst komen de pioniers, zoals wilgenroosje, straatgras en berk. Deze hebben veel en licht zaad met lange kiemkracht, waarmee ze zich makkelijk kunnen verspreiden (‘onkruid’).

Dit proces wordt successie genoemd. De pioniers zoeken een nieuw stuk leeg land. Als wij in de grond wieden of schoffelen verstoren we het natuurlijke successie-proces, en blijven de pioniers komen.

Planten reageren op mensen.

  • Sommige planten gedijen goed op voedselrijke landbouwgrond. De cultuurvolgers. Ook voor hun verspreiding maken ze gebruik van mensen.
  • Andere schuwen de mens,  de cultuurvlieders.

Archeofyten

Nieuwe neofyten
Oude cultuurvolgers van vóór 1500 heten archeofyten, de nieuwe neofyten.

De typisch Nederlandse akkeronkruiden – zoals korenbloem, klaproos, korrelganzevoet, ringelwikke, smalle weegbree, wilde haver, bolderik en kroontjeskruid – en tamme kastanje, grauwe els, vlier en brandnetel zijn archeofyten. Zelfs de grote zandkool, door velen wel ‘inheemse rucola’ genoemd is een archeofyt. Als je het niet wist, zou je niet denken dat dit ooit vreemdelingen waren. Ze zijn volledig ingeburgerd. Net als wij trouwens.

Aanpassen
De beruchte Japanse duizendknoop, de reuzenbalsemien en de reuzenberenklauw, neofyten, doen het buitengewoon goed in onze tuinen en daarbuiten. Hun natuurlijke vijanden zijn niet mee verhuisd.Soms wordt dat na eeuwen alsnog rechtgezet. Zo weet na 500 jaar de Turkse paardenkastanje-mineerders-mot eindelijk de paardenkastanje te vinden! En soms passen inheemse vraatdieren zich aan en leren nieuwkomers te eten zoals Amerikaanse vogelkers.

Woekeren
Andere woorden voor neofyt zijn exoot, verwilderd, ingeburgerd of adventief. Door overdadig gebruik van stikstof uit te veel mest gaan sommige planten snel groeien. Woekeren is de term hiervoor als dat niet welkom is. Niet alleen exoten maar ook de inheemse braam. Als de mineralen uit de bodem minder worden, gaat de plant minder hard groeien. Wat de Nederlandse flora is wordt steeds opnieuw vastgesteld. Planten die zich hier in het wild handhaven worden toegevoegd.

Wil je weten of een plant inheems, archeofyt of neofyt is, kijk dan op de Floron Verspreidingsatlas

Zwartmoeskervel,
Smyrnium olusatrum
op

Texel 16 juni
(Foto Joyce Landvreugd)

De zwartmoeskervel op de foto is een archeofyt. Het is een van oorsprong Mediterrane soort die ruim tweeduizend jaar geleden al volop gekweekt en gegeten werd. Want hij is lekker, voedzaam en makkelijk te kweken.

Qua smaak lijkt hij op selderij en peterselie. De plant is waarschijnlijk met de Romeinen naar ons land gebracht. Hij houdt van voedselrijke vochtige grond. Je kan hem makkelijk zelf opkweken uit zaad. Alle delen van de plant zijn eetbaar, de jonge scheuten, de stengel, wortel en het blad. In Nederland is hij zeer zeldzaam (Rode lijst, dus niet plukken), hij komt alleen op Texel voor.Oogst hem dus alleen in je eigen tuin. In het wild zie je hem veel in het zuiden en zuidwesten van Engeland en aan de Franse Atlantische kust.

Eikenprocessierups
De media storten zich op de eikenprocessierups. Van de week had ik een gesprek met een tobbend jongetje. Hij kon niet meedoen met mijn wandeling omdat hij niet had kunnen slapen en zich ziek voelde. Hij wilde alles van me weten over de eikenprocessierupsen. Toen hem duidelijk werd dat je er niet dood aan gaat, huppelde hij vrolijk naar buiten.

Hoe komt het dat er dit jaar zoveel rupsen zijn? Het is niet alleen de gestegen temperatuur, maar ook hoe we de eik aanplanten in Nederland. Van nature staat een eik vaak alleen op arme grond. Zoals op de foto. 

Wanneer we mooie eikenlanen aanplanten, creëren we een monocultuur. Veel planten van dezelfde soort bij elkaar trekken veel insecten aan die er graag van eten en zo krijg je een plaag. Dus de eikenprocessierups is ook een cultuurvolger. Als je akkers zou maken met 10 of 20 verschillende gewassen, dan waren er geen bestrijdingsmiddelen nodig. Ik kan niet wachten tot het zover is…

 

Plaats een reactie