Voorjaar op de Ringdijk, met wilde peen, ridderzuring en berenklauw, Amsterdam, 9 maart 2020
Verhalen, recepten en leestips waar je misschien wat aan hebt in deze vreemde tijd
We zitten midden in een pandemie. Wat betekent dat voor ons? Wat zijn de gevolgen en hoe gaan we ermee om?
Er is wellicht meer tijd voor achterstallige klusjes, voor lezen en om een wandelingetje te maken.
En te experimenteren met mijn recepten.
Hoe gaan planten met ziektes en epidemieën om?
Planten hebben net als dieren een goed werkend afweer- en immuunsysteem, om zo de aanvallen van bacteriën, schimmels, virussen en andere ziekteverwekkers te overleven.
Wij planteneters profiteren daarvan want deze immuunstoffen werken ook bij ons.
Daarom is het voor ons gezond om veel planten te eten.
Dit is ook de reden dat onze oudste geneesmiddelen uit planten gewonnen werden.
Daarnaast vormen zij natuurlijk een bron van vitamines en mineralen.
Immuunsysteem bij planten
Vier planten uit onze directe omgeving met een goedwerkend immuunsysteem zijn:
- De wilg maakt salicylzuur; bij de plant en de mens werkt deze stof -beter bekend als aspirine- helend; zie voor meer hierover Aspirine heelt ook planten,
- de weegbree bevat stoffen (flavonoïden) die virussen en bacteriën remmen plus een andere stof (een polysaccharide fractie) die het immuunsysteem versterkt, bij de plant zelf en bij de mens. Zie hier het verhaal over de weegbree,
- in raapzaadzitten antibacteriële mosterdglycosiden. Je kunt er lekkere chips van maken.
- de den bevat etherische oliën, deze zijn behalve heel smakelijk ook ontstekingsremmend en antimicrobieel.
Vluchtige organische stoffen
Daarnaast hebben planten een systeem om elkaar te waarschuwen als ze worden belaagd door micro-organismen -zoals virussen, bacteriën en eencelligen – of dieren die hen op willen eten.
Ze doen dat door het afgeven van vluchtige organische stoffen. Dit kunnen specifieke of algemene vluchtige stoffen zijn.
Zoals de den op luizenvraat reageert door een specifieke stof te maken die juist die roofinsecten lokt die deze luizen graag eten!
Slim hè, deze effectieve samenwerking!
Tenminste als je van slim kunt spreken bij planten, wezens zonder bewustzijn of centraal zenuwstelsel.
Ik vind van wel.
In het boek “What a plant knows” ziet bioloog Daniel Chamovitz het zo dat de aanmaak van vluchtige stoffen bedoeld is voor de niet aangevreten delen van de plant zelf, maar dat de buurplanten hier ook van profiteren.
Deze samenwerking tussen planten komt ook in “Plantaardig -Vegetatieve filosofie” van Wouter Oudemans aan de orde.
Ook Dave Goulson schrijft er in zijn nieuwste boek “De Tuinjungle” weer heel boeiend over.
Algemene vluchtige stoffen worden door aangevreten planten geproduceerd om hun soortgenoten te waarschuwen. Buurbomen nemen deze vluchtige stoffen waar, tenminste als deze stof ze bereikt, dus met de wind mee.
Bijvoorbeeld door de waarschuwing van aangevreten acacia’s hebben buurbomen allang bitterstoffen aangemaakt waardoor ze ineens veel minder lekker zijn.
Om te kunnen eten moeten rondtrekkende kuddes zebra’s, giraffen, impala’s en andere Afrikaanse planteneters daarom tegen de wind in lopen tot ze een boom tegenkomen die nog van niks weet.
Epidemieën
De grote vraag is nu of planten hiermee soortgelijke epidemieën zoals de Corona-pandemie kunnen tegenhouden. Dat hangt er helemaal van af hoe veel potentiële ‘patiënten’ er zijn. Het wordt de ziekteverwekker wel heel erg makkelijk gemaakt als hij meteen kan overstappen op de volgende patiënt.
In mijn blog over de eikenprocessierups schreef ik:
“monoculturen vormen een groot risico op epidemieën”.
Waar veel mensen dicht op een kluitje zitten is het risico het grootst.
Blijf een beetje uit elkaars buurt, is de boodschap.
En drink veel thee en eet veel groentes.
Voorjaar
Door al deze hectiek vergeten we misschien wel om op te letten wat een prachtig voorjaar het is.
Je ziet op deze foto de bloemknop van de wilde peen, met de kenmerkende groene omwindselblaadjes die straks na de bloei als een vogelnestje om de vruchten buigen.
Veel te vroeg want zijn officiële bloeitijd is juni-herfst.
Eigenlijk hebben we dit jaar de winter overgeslagen, we zijn rechtstreeks van een natte en winderige herfst de lente in gelanceerd.
Qua temperatuur tenminste.
Hoe bepalen planten wanneer ze bloeien?
Daglengte speelt een hele belangrijke rol. Planten zijn namelijk in staat daglengte te meten. Ze baseren het moment van hun groei en bloei op daglengte.
Maar deze winter bleven er planten doorbloeien.
Op 1 januari telde ik bij de Heumense Schans wel 12 verschillende bloeiende planten, waaronder look zonder look, paarse dovenetel, vogelmuur, bezemkruiskruid en Sint-Janskruid.
En een dag later rond de Surfplas in Reeuwijk zelfs nog een meer: onder andere speenkruid, groot hoefblad, ridderzuring.
Temperatuur heeft dus ook invloed op groei en bloei, in deze zachte winter.
Als je wilt weten wat de daglengte is op een bepaalde dag, kijk dan Zonsopgang en Zonsondergang. Voor mij heel handig bij het plannen van een rondleiding.
Omdenken
In deze tijd waar alles anders loopt dan ik had gepland, probeer ik zoveel mogelijk buiten te zijn en de natuur te zien.
Ik pas het Omdenken (Berthold Gunster) toe en probeer de kansen aan te grijpen die me nu geboden worden, zoals tijd voor opruimen, en verwerf inzichten zoals de herwaardering van mijn contacten.
Ik zie ook dat iedereen meer compassie voel en meer aan zijn buren denkt.
Hopelijk is de herwaardering voor cruciale beroepen (zorg, onderwijs, vuilnisophalers, winkeliers) blijvend. En gaan we elkaar en de natuur op een nieuwe manier zien en waarderen.
Saskia van de Hortus verwoordde gisteren in haar brief haar tip aan ons heel goed, vond ik:
‘Genieten van de natuur, je verbonden voelen met de natuur (al is het maar het lieveheersbeestje op je zolderraam) sterkt je verbinding met je eigen natuur en werkt helend. Ook in deze tijd. Juist in deze tijd.’
Dank je wel, Saskia!
Komende weken kun je zelf op pad, in je eigen buurt.
Heb je tijd en zin in kokkerellen? Ik heb een heerlijk recept voor chips van jong blad van raapzaad. Heel gezond en lekker! En er is nu veel jong blad te vinden.
Wil je online een uiterst boeiend essay lezen over hoe goed het voor je is om buiten in de natuur zijn? Dat raad ik ‘Van buiten word je beter‘ van Universiteit Wageningen (WUR).
Raapzaad
Raapzaad Brassica rapa
Door de zachte winter komt de raapzaad nu overal in de bermen met flinke scheuren omhoog.
Bovenaan de stengel waren een week geleden nog knoppen te zien, vanmiddag zag ik al overal bloemen.
Raapzaad herken je aan de bloemknoppen.
Ze zitten onder de geopende bloemen.
Bij zijn broertje koolzaad steken de knoppen juist boven de bloemen uit.
Een tweede verschil is hun bladvoet.
Zoals je op de foto ziet is die bij raapzaad volledig stengelomvattend.
Bij koolzaad maar voor de helft. Derde verschil: de bovenste bladeren bij raapzaad zijn blauwgroen van kleur, bij koolzaad is het minder blauw.
Tot slot: de gele kroonblaadjes in de bloem zijn vrij smal en overlappen niet bij de raapzaad; bij koolzaad zijn ze breder en overlappen wel.