Bellis perennis
Het is lente en we kunnen er weer op uit. Op een winderig dijkje op het eiland Tiengemeten stonden de madeliefjes volop in bloei. Die bloeien zodra het maar even kan, het hele jaar door.
De botanische naam is Bellis perennis: ofwel alle jaren mooi. Net als de meeste kruiden kan hij prima tegen een paar graden vorst.
Als je goed kijkt, zie je dat het niet één bloem is die je hier boven ziet, maar een heleboel.
Het is een composiet, een zogenaamde samengesteldbloemige.
In ’t midden zie je de gelebuisbloempjes, elk met een stamper en vijf meeldraden.
De buitenste rij gele buisbloemen is al in bloei, de rest zijn nog knopjes.
Aan de rand zitten de witte straalbloemen, ook weer met ieder een stamper en vijf meeldraden.
Niet alleen mooi maar ook prima te eten, die madelief.
De bladeren zijn lekker als sla, de bloemen zijn heel smakelijk èn decoratief.
Van de bloemknoppen kun je kappertjes maken door ze op azijn te zetten.
Iep of olm
Hebben jullie gezien dat de iepenbomen weer vol hangen met lekkere groene snacks?
Vanmorgen bij mij aan de Weesperzijde zag ik deze met een vracht aan zaden.
In dit jaargetijden zie je ze overal in de stad weer hangen: de jonge groene zaden van de iep.
Straks verdrogen ze en worden het vederlichte zilverwitte vliesjes die als lentesneeuw door de straten stuiven.
Op de foto hierboven zie je het jonge zaad nog op de bloemresten zitten: het bruine puntje is de stamper.
De groene streep is de stuifmeelbuis waardoor de stuifmeelkorrel naar het zaadbeginsel groeit.
Erg lekker die jongste groenste zaden, net sla. Tot ze bruin beginnen te worden.
Ook de heel jonge bladeren kun je in april nog eten, tot ze taai worden. Geniet ervan zo lang het kan.
Uit-tip
Voor liefhebbers van natuur én cultuur: het Gorcums Museum opent morgen de tentoonstelling Dromen van Bomen, met een verrassende combinatie van oude en nieuwe werken over de boom en het bos.